Elroy ging in groepstherapie

Elroy vertelt over zijn ervaringen met groepstherapie bij het NPI.

Hoe kwam je bij het NPI terecht?
‘Einde 2004 verwees mijn huisarts mij toen er geen oorzaak voor allerlei vage fysieke klachten kon worden gevonden. Hij zei dat er goede mensen zaten, bij het NPI, dat ze niet aan rotzooiden. Ik kreeg een paar intakegesprekken. Het viel me op dat ze goed luisterden. Het was nog even de vraag of ik individuele of groepstherapie zou gaan doen. Ik wist zelf ook niet wat beter zou zijn. Het is groepstherapie geworden en ik kon meedoen in een groep die juist van start ging’.

Wat was het voor groep?
‘Het was een groep van ongeveer 7 mensen, die eens per week drie uur onder leiding van twee therapeuten bijeenkwam. Na ongeveer een jaar zou iedereen stoppen en tussentijds kwam er niemand bij. Vooraf stelde iedere deelnemer zich doelen om aan te werken. Er werden duidelijke grenzen gesteld; de structuur en het gericht werken aan zelf geformuleerde doelen gaven richting en ook een veilig gevoel’.

Wat waren je ervaringen?
‘Ik kon de groepspsychotherapie vergelijken met eerder gevolgde Gestalttherapie. Dat was veel minder ordelijk, minder gestructureerd en voelde – achteraf vergeleken – ook minder veilig. Ik heb eraan moeten wennen, maar voelde me na een paar keer wel thuis. En veilig. Dat kwam ook door de houding van de therapeuten. Professioneel, maar toch betrokken. Ze gaven niet alleen analytisch commentaar. Een beetje zoals het NPI op me overkwam: degelijk maar toch menselijk. Ik had het gevoel dat ik niet afgewezen werd, ook al kreeg ik soms de boodschap terug dat ik over de schreef was gegaan. En ik kreeg erkenning dat mijn problemen wel degelijk serieus waren’.

Welke doelen had je je gesteld?
‘Ik had een heel rijtje, van mijn financiën op orde krijgen tot een leukere vader worden, en doelen op het gebied van werk en relaties’.

Hoe waardeer je de resultaten?
‘Kort na het stoppen van de therapie voelde ik me fysiek veel beter. Niet alleen door de therapie, ook omdat ik op meer vlakken eraan werkte om me beter te voelen. Contact maken, oefeningen doen. Los van de vooruitgang op de gerichte doelen – werk, relaties, vaderschap – is een belangrijk resultaat dat ik zelf mijn probleem serieuzer ben gaan nemen. Ik ben me ook meer bewust van hoe ik zelf als het ware in de hoek ga zitten waar de klappen vallen. Ik denk ook niet langer “ach, het valt wel mee”. Intussen – ik ben weer een relatie aangegaan – is het confronterend te merken dat je toch in oude fouten vervalt. Ik kan geen hoeraverhaal vertellen.’

Wat gebeurde er na de groepstherapie?
‘Bij de evaluatie werd opgemerkt dat er ondanks de geboekte vooruitgang nog veel werk aan de winkel was. Ik kreeg na nieuw diagnostisch onderzoek individuele psychotherapie geadviseerd van 1–2 keer in de week. Ik doe dat sinds twee maanden, het bevalt me goed. Bij het oppakken van de draad merk ik dat er dingen worden opgerakeld. Het blijkt dat niet alles met innerlijk werken opgelost wordt, je hebt de gebeurtenissen van buiten nodig om verder te komen’.

Wat is je het meest bijgebleven van het jaar therapie?
‘Dat ik me ben gaan realiseren dat er echt wel iets scheef zat bij mij. Die erkenning heeft een begin van acceptatie gebracht, een opstap naar verdere verwerking. Ik kon weliswaar weer de wereld in, maar de problemen waren niet opgelost. Wel duidelijker geworden, in kaart gebracht en min of meer geaccepteerd. Ik weet nu: “Dit heb ik, en ik zal er op één of andere manier mee moeten dealen”’.