Herbert over Kortdurende Psychoanalytische Steungevende Psychotherapie (KPSP)

Met het gevoel dat hij met eerdere begeleiding bij een arbeidspsycholoog niet ver genoeg was gekomen, volgde Herbert de Kortdurende Psychoanalytische Steungevende Psychotherapie (KPSP) bij het NPI. Hij kijkt terug na twee keer 20 sessies.

Voor welke problemen zocht je hulp bij het NPI?
‘Drie jaar geleden had ik een burn-out, wat een kantelpunt in mijn leven is geworden. Ik realiseerde me daarna pas goed waar ik precies tegenop was gelopen. Zelfopoffering, snelle aanpassing aan de taken of de doelen van anderen, altijd bereid om klussen erbij te nemen, hoewel ik er zelf bij inschoot. Ik ben hard gestruikeld; de les was dat ik bij mijn eigen kern en expertise moest blijven en kritischer moest worden. Na 12 jaar ondernemerschap ben ik toen weer in dienstverband gaan werken. Er speelden nog andere grote veranderingen, zoals een verhuizing, een kind op komst. Toen ik opnieuw in mijn oude valkuil terechtkwam, heb ik hulp gezocht bij het NPI. De resultaten van de intake-tests bevestigden mijn valkuilen zwart op wit. Confronterend, eigenlijk.’

Wat heb je precies aan willen pakken in je therapie?
‘Mijn doel was om beter in contact te komen met mezelf, beter te weten wat ik voel. Zien wat er achter mijn overaangepastheid en dienstbaarheid lag. En vervolgens leren hoe ik beter kan opkomen voor mezelf en de dingen die ik van waarde vind. Uit eerdere begeleiding was het belang daarvan mij wel duidelijk, maar ergens ben ik blijven steken.’

Wat betekenden de sessies voor je?
‘Ik ben me door de diepgang ook emotioneel bewust geworden van hoe die valkuilen werken. De ‘diepere’ verklaring begrijpen is goed, maar voor mij van minder belang dan het inzicht in hoe het me in het hier en nu overkomt. Bij de start had ik nog het gevoel in een soort trance te leven, met veel invloed van dingen van buiten. Er was altijd een goed excuus om niet bewust bij mezelf en het moment stil te staan. Door de gesprekken heb ik daar ruimte voor kunnen maken. In het begin wilde ik van de therapeut horen wat we gingen ‘doen’, alsof we met een agenda bezig gingen! Maar ik ben de open structuur erg gaan waarderen. Vertellen wat je bezighoudt en in het meedenken van de therapeut komt de reflectie daarop tot stand, in relatie tot het specifieke doel. En dat werkt. Het heeft me echt verrast dat je zo problemen kunt oplossen. Het vergt wel een open houding naar jezelf, en scherpte in de reflectie.’

Was er een specifiek moeilijk punt in je therapie?
‘Er lag nog een oude kwestie, waarop ik mijn ontevredenheid projecteerde over hoe ik met mijn idealisme en opofferingsgezindheid mezelf tekortdeed. Dat bleef malen en werd toen onderwerp in de therapie. Door de confrontatie aan te gaan met mezelf en de mensen om wie het ging, kon ik dat goed afsluiten. Ik denk dat ik daardoor in de toekomst beter ‘nee’ kan zeggen als het nodig is.’

Hoe kijk je aan tegen de resultaten?
‘In het tweede blok kwamen we toe aan wat ik zelf kan veranderen. Ik ben veel beter gaan inzien hoe ik de dingen aanpak en hoe en waar ik mezelf daarbij tegenkom. Bij een rationeel begrip is een duidelijk gevoel gekomen. Alsof er een luikje is opengegaan, waardoor ik de signalen die ik zelf afgeef, plotseling wel voel. Dat gaat me helpen om voor mezelf op te komen.’