NPI-handleiding voor beeldbellen bij psychodynamische groepstherapie

Na het van kracht worden van de coronamaatregelen is het NPI Specialist in persoonlijkheidsproblematiek (Arkin) gestopt met face-to-face behandelingen, behalve in uitzonderlijke situaties zoals bijvoorbeeld crisisbeoordeling. In plaats daarvan is gestart met beeldbellen in eerste instantie voor de individuele behandelingen en later ook voor groepsbehandelingen. Beeldbellen bij NPI
In deze bijdrage lichten we de keuze voor de gebruikte applicatie bij het NPI toe en noemen de inhoudelijke aandachtspunten.

Na het van kracht worden van de coronamaatregelen is het NPI Specialist in persoonlijkheidsproblematiek (Arkin) gestopt met face-to-face behandelingen, behalve in uitzonderlijke situaties zoals bijvoorbeeld crisisbeoordeling. In plaats daarvan is gestart met beeldbellen in eerste instantie voor de individuele behandelingen en later ook voor groepsbehandelingen.
In deze bijdrage lichten we de keuze voor de gebruikte applicatie bij het NPI toe en noemen de inhoudelijke aandachtspunten.

De techniek
In eerste instantie moest een programma geselecteerd worden dat aan de technisch voorwaarden voldoet én AVG en NEN7510 proof is. Voor de groepstherapeut is het noodzakelijk dat alle groepsleden tegelijk in beeld kunnen komen. Zo kan er een visueel contact zijn met de groepsleden die niet aan het woord zijn. MS-teams, het programma dat voor individuele behandelingen wordt gebruikt, kan dat op dit moment nog niet. MS-teams ontwikkelt wel een optie waarin maximaal negen mensen in beeld kunnen komen, maar deze is nog niet operationeel.
Als alternatief voor de tussentijd wordt gebruik gemaakt van de applicatie Lifesize. Deze is AVG én NEN751- proof en kan meer dan negen mensen gelijk in beeld brengen. Na een test is een technische gebruiksaanwijzing opgesteld voor groepstherapeuten en cliënten.

Inhoudelijke richtlijnen
Het werken met beeldbellen betekent dat je in een nieuwe setting aan de slag gaat met je cliënt.
Het is van belang om dit goed met de cliënt te bespreken en er zorg voor te dragen dat ook deze nieuwe setting zoveel mogelijk tegemoet komt aan de algemene therapievoorwaarde. Zoals in het webinar van Haim Weinberg duidelijk gesteld werd ben je normaal gesproken als therapeut verantwoordelijk voor de setting en is de ruimte waarin je zit de holding environment die voor veiligheid en gelijkheid staat. Deze kun je nu niet meer alleen bepalen want cliënten zitten thuis. Het is dus van belang dat je cliënten mede verantwoordelijk maakt voor een veilige setting. Dit betekent dat je afspraken maakt met cliënten en dat je elkaar aanspreekt als er van deze afspraken afgeweken worden. Je kunt denken aan de volgende afspraken maar wellicht zijn er nog meer of andere te bedenken:

– Zorg voor een eigen vertrouwde setting. Dit betekent dat je zelf in een kamer zit waarin je niet gestoord wordt door anderen. Denk na over welke achtergrond je kiest en laat deze achtergrond consistent zijn over de verschillende sessie. Hiermee creëer je een vertrouwd beeld.
– Zorg dat je zelf vertrouwd bent met de programmatuur en start ruim op tijd zodat je kunt anticiperen bij technische problemen.
– Help de cliënt met het organiseren van de therapeutische setting, een ruimte waarin hij of zij niet gestoord kan worden, waarin geen overlast is of te veel geluiden, waarin niet te veel van zijn privéleven zichtbaar is (als hij of zij dat niet wil). Het is dan een voorwaarde dat er geen andere mensen op het beeldscherm mee kunnen kijken vanwege de privacy van andere groepsleden.
– Maak aanvullende afspraken, zoals we bellen niet vanuit bed, niet eten tijdens het bellen, zet de telefoon uit, geen mailcontacten, of ander therapie interfererend gedrag dat geadresseerd moet worden. Als cliënten zich niet aan deze afspraken houden, bespreek dit dan.
– Als er invloeden uit de omgeving komen (kat loopt in beeld) negeert dit niet maar bespreek dit.
Bespreek de mogelijkheden en beperkingen van het nieuwe werken, inclusief de mate van vertrouwelijkheid, de frequentie en de duur van de contacten.
Maak heldere afspraken over wanneer, hoe vaak en hoe lang je afspreek, wie belt wie en wat je doet als de verbinding verbroken wordt. Maak een plan B!
Maak afspraken over wat te doen als iemand uit het beeld stapt.
Maak afspraken wat te doen als iemand niet aan het beeldbellen wil deelnemen. Je kunt mensen niet verplichten met deze nieuwe vorm van werken aan de slag te gaan. Het is belangrijk om met de client te bespreken wat de reden is van het niet willen beeldwerken. Op die manier kan de “weerstand” mogelijk bewerkt worden. Mocht dit echter niet lukken dan zal er naar een alternatief gekeken moeten worden. Een optie is dat iemand tijdelijk niet aan de groep deelneemt en weer aanhaakt als er gewoon weer op locatie gewerkt wordt. Indien nodig kan iemand dan contact opnemen met een of beide van de groepstherapeuten als er iets aan de hand is dat niet kan wachten. Daarnaast is een optie om naast de groepsbijeenkomst individuele afspraken te maken met mensen die niet aan de groep willen deelnemen.

De uitvoering
Voor de uitvoering van het beeldbellen en groepen zijn er twee scenario’s uitgewerkt. Het eerst scenario gaat uit van een overbruggingscontact totdat we weer face to face behandeld kan worden. Dit scenario past goed bij een tijdelijke overbrugging van een beperkt aantal weken. Het tweede scenario gaat om een vertaling van het groepsdynamische werken in een setting van beeldbellen. Dit scenario past het meest als er sprake is van een langdurige situatie van beeldbellen.
De verwachting is dat de komende tijd in ieder geval een deel van de groepstherapieën geheel of gedeeltelijk via beeldbellen gegeven zal moeten worden.

Scenario 1: Overbrugging
In dit scenario wil je vooral de groep bij elkaar laten komen om de onderlinge band zo goed mogelijk in stand te houden. Het doel is dus het bestendigen van de groepscohesie. Het is van belang om de groepsleden duidelijk te instrueren dat het hier gaat om een aanpassing van de gebruikelijke manier van werken, met een heldere uitleg over de tijdelijke verandering qua doelstelling en werkwijze. De interventies zullen meer steunend van aard zijn en als therapeut ben je faciliterend voor de uitwisseling van emoties aan elkaar. Je bent actief bezig met het verbinden van verschillende groepsleden met elkaar maar je voorkomt al te conflictueuze interacties. De houding van de therapeut past bij de parallel en opnemingsfase van de groepen. Je bent actief, transparant en zichtbaar! De duur en frequentie van de groep kan aangepast worden aan deze doelstelling, denk aan 1 x per week (of twee weken) een uur. Afscheid nemen in de groep kan uitgesteld worden.

Scenario 2: groepsdynamische groep via beeldbellen
In dit scenario gaan we het groepsdynamische werken zoveel mogelijk vertalen naar een setting via beeldbellen. Het doel blijft het zelfde als bij een groepsdynamische groep waarbij de inter- en intrapersoonlijke conflicten in de hier en nu setting van de groep doorwerkt kunnen worden. De duur en frequentie van de groep zou het zelfde moeten zijn als voorheen, 1 x 90 min per week. De duur zou ook aangepast kunnen worden als het moeilijk blijkt om de spanningsboog van 90 minuten via beeldbellen goed vol te houden. Dit is aan de therapeuten in overleg met de groep. De houding en werkwijze van de therapeut sluit ook aan bij het groepsdynamisch werken maar dan met aanpassingen die het beeldbellen nodig maakt. Dit zijn niet alleen de aanpassingen van de setting (zie boven). Er dient rekening gehouden te worden met de beperkingen en voordelen van het beeldbellen. Weinberg en anderen noemen het volgende:

– Wees niet te bang! Durf te experimenteren met deze manier van werken.
– Vanwege de afwezigheid van het lichaam (body-to-body communication) bij het beeld bellen moet dit gecompenseerd worden bv door contact oefeningen te doen via het beeldbellen (handen klappen of handcontacten via beeld).
– Je kunt gerichter vragen naar de lichaamsbeleving van groepsleden.
– Je kunt niet aandacht geven aan groepsleden door naar ze te kijken. Dit moet geverbaliseerd worden.
– Je kunt imaginaties gebruiken bv door te vragen naast wie je zou willen gaan zitten als dat mogelijk was of met afstand en nabijheid te gaan werken.
– Het voordeel is dat je meer focus hebt op de gezichtsuitdrukkingen. We zullen hier nog meer dan voorheen sensitief op moeten zijn en dit in onze interventies terug moeten laten komen.
– Omdat je aanwezigheid als therapeut minder makkelijk gevoeld wordt via beeldbellen is het van belang om opener en transparanter te zijn over de hier en nu situatie van de groep dan bij gewone groepstherapie.
– Neem verantwoordelijkheid voor dingen die misgaan.
– Toon je empathie explicieter, verbaal en nonverbaal.
– Check gevoelsinterpretaties
– Benadruk expliciet je authentieke interesse en betrokkenheid.
– Maak wat meer gebruik van mentaliseren bevorderende interventies.
– Bij het afscheid nemen kun je gebruik maken van rituelen, zoals het schrijven van een kaart voor elk groepslid of het geven van een symbolische cadeau. Dit kan het proces van afscheid nemen bevorderen en tevens werken als een transitional object.
– Leer van elkaars ervaringen!

Beslissing
De keuze die maken voor een van deze scenario’s is afhankelijk van de inschatting hoelang nog van beeldbellen gebruik gemaakt zal moeten worden en hoe vertrouwt men zich voelt met de manier van werken via beeldbellen en groepen. Aangezien de algemene inschatting is dat het nog wel geruime tijd kan duren dat we op deze manier zullen moeten werken, kiest het NPI om zo goed als het kan de gebruikelijke werkwijze met cliënten weer op te starten vanuit scenario twee. Wellicht zal de groep meer steunend beginnen aangezien de nieuwe werkwijze van invloed zal zijn aan de beleefde veiligheid en zal het niveau van interveniëren hierop aangepast moeten worden. Als de veiligheid echter toeneemt is het mogelijk om meer de intimiteitsfase in te gaan.
Deze werkwijze is besproken met de Clientenraad van het NPI en wordt gemonitord.

Loek van Dam, klinisch psycholoog en manager behandelzaken NPI