Wetenschappelijke publicaties

Op deze pagina zijn wetenschappelijke publicaties en onderzoeken te vinden waar behandelaren van het NPI bij betrokken zijn geweest. 

Betere uitkomsten door toepassen van de evidentie over werkzame psychotherapiefactoren?  In dit artikel geeft Rien Van een overzicht van de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek naar de werkzame factoren van psychotherapie.
Veruit de meest onderzochte factor is de therapeutische relatie. Er zijn duidelijke aanwijzingen voor een behandelaarseffect. Samenwerkingsbreuken kunnen herstellen, tegenoverdracht herkennen en ROM-uitkomsten bespreken leiden tot betere resultaten.  Voor zelfonthulling wordt een wisselende meerwaarde gevonden.  Over alle therapieën heen helpt voor de patiënt het ervaren van empathie, zich emotioneel kunnen uiten en het verwerven van inzicht.  
Modelgetrouwheid kan niet consistent als predicatieve factor worden geïdentificeerd net zo min als de veronderstelde therapie specifieke werkingsmechanismen.  
Vooralsnog kunnen de bevindingen leiden tot de aanbeveling dat behandelaren betere uitkomsten kunnen verkrijgen door competenties in therapie overstijgende factoren te optimaliseren en responsief en flexibel te zijn in de uitvoering van psychotherapie.  
Bezint eer ge begint Betere uitkomsten door toepassen van de evidentie over werkzame psychotherapiefactoren?
H.L. Van. Tijdschrift voor Psychotherapie, 2019, 45(6) – 391 

Persoonlijkheidsstoornissen in de ICD-11 
In de ICD-11 worden persoonlijkheidsstoornissen voortaan dimensioneel geclassificeerd op basis van beperkingen in het persoonlijkheidsfunctioneren (ernst) en op basis van persoonlijkheidstrekken (aard).Alleen de categoriale borderlinepersoonlijkheidsstoornis blijft door middel van een speciale qualifier beschikbaar. Verschillen en overeenkomsten met het Alternatief DSM-5-model voor persoonlijkheidsstoornissen worden beschreven. Hierbij worden kritische kanttekeningen geplaatst.
T. Ingenhoven & Han Berghuis (2019). Persoonlijkheidsstoornissen in de ICD-11. PsyXpert, 5(3), 52-56

Cognitieve Therapie en Interpersoonlijke Psychotherapie voor Depressie: hoe werken ze, hoelang, en voor wie?
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de resultaten van een grote gerandomiseerde behandelstudie naar de (differentiële) effecten en werkingsmechanismen van cognitieve therapie en interpersoonlijke psychotherapie voor depressie. Gevonden werd dat cognitieve therapie en interpersoonlijke psychotherapie effectiever waren dan de wachtlijst, maar lieten, zowel in de acute fase als daarna, gemiddeld gezien geen statistisch significante en klinisch relevante verschillen zien ten opzichte van elkaar. Wel zijn aanwijzingen gevonden dat therapeutische verandering bij beide interventies mogelijk op een andere manier tot stand komt, en zagen we dat het voor veel patiënten wel degelijk uitmaakte welke behandeling zij kregen.
Lemmens LHJM, van Bronswijk SC, Peeters F, Arntz A, Roefs A, Hollon SD, DeRubeis RJ & Huibers MJH (2019). Cognitieve Therapie en Interpersoonlijke Psychotherapie voor Depressie: hoe werken ze, hoelang, en voor wie? Tijdschrift voor Psychiatrie, 61, 710-719.

Patiëntperspectief op psychoanalytische behandelingen
De auteurs zetten hierin actuele bevindingen uit kwalitatief onderzoek op een rij en doen een pleidooi voor meer onderzoek naar het perspectief van patiënten. Een mooi voorbeeld hiervan is het PICTURES-onderzoek dat net binnen het NPI is gestart en veel positieve reacties krijgt.
Bartak A, van Grieken RA. Het patiëntperspectief op psychoanalytische behandelingen in wetenschappelijk onderzoek. Tijdschrift voor Psychoanalyse & haar toepassingen 2019;25(3):17-26.

Stagering en profilering in borderlinepersoonlijkheidsstoornis
Is een gepersonaliseerde benadering bij de borderlinepersoonlijkheidsstoornis zinvol?
De mogelijkheden van stadiëring en profilering worden besproken.
Nooteboom, A., Dil, L.M., Van, H.L. (2018). Stagering en profilering in BPS. Tijdschrift voor Psychiatrie,

De verwevenheid van depressie en persoonlijkheidsstoornissen
Het gaat in op de verwevenheid van depressie en persoonlijkheidsstoornissen en het belang dit op tijd te herkennen. Er is  echter vooralsnog geen evidentie voor de behandeling van deze veel voorkomende co-morbiditeit. Het nu lopende onderzoek (Psydos) bij het NPI naar schematherapie en psychodynamische therapie hoopt dat te ondervangen.
What we do, do not, and need to know about comorbid depression and personality disorders. H.L. Van & M. Kool. The lancet psychiatry, volume 5, issue 10, p776-778; 2018

Meer publicaties: overzicht van artikelen geschreven door NPI-medewerkers.